Zelf water geven: druppelslangen installeren

Timo van Loon

Zelf water geven: druppelslangen installeren

Je leest dit artikel in 8 minuten

Stel je voor: een prachtige, groene tuin vol bloeiende planten en een rijke oogst uit je moestuin. Zonder dat je elke dag met gieters of tuinslangen in de weer bent. Klinkt dat niet heerlijk? Met een druppelsysteem maak je deze droom werkelijkheid. Het zelf installeren van druppelslangen is verrassend eenvoudig en een slimme investering in jouw tuinplezier en het welzijn van je planten. Dit systeem geeft water precies waar het nodig is: bij de wortels. Laten we samen ontdekken hoe je dit handige systeem zelf aanlegt.

Waarom kiezen voor een druppelsysteem?

Een druppelirrigatiesysteem biedt een reeks voordelen die zowel jou als je tuin ten goede komen. Het is meer dan alleen gemak; het is een efficiënte en duurzame manier om je planten van water te voorzien. Denk eens aan de volgende pluspunten:

  • Waterbesparing: Druppelsystemen gebruiken tot wel 70% minder water dan traditionele sproeiers. Het water komt direct bij de wortels, waardoor er nauwelijks water verdampt of wegspoelt. Je geeft dus gericht water, precies waar de plant het nodig heeft. Dit is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor je waterrekening.
  • Gezondere planten: Doordat het water langzaam en direct aan de wortelzone wordt afgegeven, krijgen planten een constante en gelijkmatige watertoevoer. Dit bevordert een diepere wortelgroei en voorkomt stress door droogte of juist te veel water. Bovendien blijven de bladeren droog, wat de kans op schimmelziektes aanzienlijk verkleint.
  • Minder onkruid: Omdat je alleen water geeft rondom je planten, krijgt onkruid tussen de planten of op paden veel minder kans om te groeien. Je bespaart jezelf dus ook tijd en moeite met wieden.
  • Tijdsbesparing: Geen gesjouw meer met gieters of het verplaatsen van sproeiers. Eenmaal geïnstalleerd, doet het druppelsysteem het werk voor jou. Koppel je er een bewateringstimer aan, dan gaat het water geven zelfs volledig automatisch, ook als je op vakantie bent. Dat is pas zorgeloos genieten van je tuin.
  • Flexibiliteit: Druppelsystemen zijn geschikt voor vrijwel elke tuinsituatie: bloemperken, hagen, moestuinen, potplanten op het terras of balkon, en zelfs voor bomen en struiken. Je kunt het systeem eenvoudig aanpassen of uitbreiden als je tuin verandert.

Wat is een druppelslang precies?

Een druppelslang is de kern van een druppelirrigatiesysteem. Het is een flexibele slang, meestal gemaakt van polyethyleen, waarin op regelmatige afstanden kleine gaatjes of druppelaars (emitters) zijn ingebouwd. Wanneer water onder lage druk door de slang stroomt, komt er uit elke druppelaar een vaste hoeveelheid water per uur, direct op de grond bij de plantwortels. Dit gebeurt langzaam en gecontroleerd.

Er zijn grofweg twee hoofdtypen:

  1. Druppelslang met ingebouwde druppelaars: Deze slangen hebben op vaste afstanden (bijvoorbeeld elke 30 of 50 cm) druppelaars die een specifieke hoeveelheid water afgeven (bijvoorbeeld 2 of 4 liter per uur). Dit type is ideaal voor rijen planten zoals hagen, groenterijen of vaste plantenborders waar de plantafstand redelijk uniform is.
  2. Zweetslang (poreuze slang): Dit type slang is gemaakt van poreus materiaal (vaak gerecycled rubber) en ‘zweet’ water over de gehele lengte. Het geeft water af op een minder precieze manier dan een druppelslang met emitters, maar is heel geschikt voor dichtbegroeide borders of gebieden waar je een brede strook wilt bevochtigen.

Voor de meeste toepassingen waar gerichte watergift belangrijk is, biedt de druppelslang met ingebouwde druppelaars de meeste controle en efficiëntie. Daarom richten we ons in dit artikel vooral op het installeren van dit type slang.

De voorbereiding: wat heb je nodig?

Een goede voorbereiding is het halve werk, ook bij het *zelf water geven tuin* project met druppelslangen. Zorg dat je alle benodigdheden in huis hebt voordat je begint met de installatie.

Materialen verzamelen

Afhankelijk van de grootte en complexiteit van je tuin, heb je de volgende onderdelen nodig. Je kunt deze vaak als complete set kopen, of losse onderdelen aanschaffen om een systeem op maat te maken. Overweeg de diverse opties voor automatische beregeningssystemen om te bepalen welke het beste bij jouw tuin past.

  • Druppelslang: Kies de slang met de juiste druppelaar-afstand en waterafgifte voor jouw planten. Meet de totale lengte die je nodig hebt om langs al je planten te leggen.
  • Aanvoerslang (optioneel): Dit is een dikkere slang zonder gaatjes, die dient om het water van de kraan naar het begin van de druppelslang(en) te transporteren. Nodig als de te bewateren zone niet direct bij de kraan ligt.
  • Kraanstuk: Om de slang aan te sluiten op je buitenkraan.
  • Filter: Essentieel om te voorkomen dat vuildeeltjes de kleine druppelaars verstoppen. Plaats deze direct na het kraanstuk.
  • Drukregelaar (drukreduceerventiel): Heel belangrijk! Druppelsystemen werken op lage druk (meestal 1-2 bar). Een drukregelaar verlaagt de waterdruk vanuit de kraan naar het juiste niveau en voorkomt schade aan het systeem. Plaats deze na de filter.
  • Koppelingen: Verschillende soorten om de slangen te verbinden, te splitsen of bochten te maken:
    • T-stukken: Om de slang te splitsen in twee richtingen.
    • L-stukken (knieën): Voor haakse bochten.
    • Rechte koppelstukken: Om twee stukken slang te verbinden.
    • Eindstukken of eindpluggen: Om het uiteinde van elke druppelslang af te sluiten.
    • Overgangskoppelingen: Om de aanvoerslang (indien gebruikt) aan de druppelslang te koppelen.
  • Grondpennen: Om de druppelslang netjes op zijn plaats te houden en te voorkomen dat hij verschuift.
  • Bewateringstimer/computer (optioneel): Voor automatische aansturing van het systeem. Zeer aan te raden voor optimaal gemak.
  • Gereedschap: Een slangensnijder of scherpe snoeischaar om de slang op maat te knippen, een meetlint, en eventueel een speciale ponstang als je werkt met systemen waarbij je zelf druppelaars in een hoofdleiding prikt (minder gebruikelijk bij standaard druppelslangen).

VIDEO: Hoe u een goedkoop druppelirrigatiesysteem installeert || Zwarte gumbo

Je tuinplan maken

Voordat je begint met knippen en koppelen, maak je een eenvoudig plan van je tuin. Dit helpt je om de benodigde materialen correct in te schatten en de installatie efficiënt uit te voeren.

  1. Schets je tuin: Teken de gebieden die je wilt bewateren (perken, hagen, moestuinbakken). Geef de locatie van de buitenkraan aan.
  2. Teken de route: Bepaal hoe de slangen gaan lopen. Begin bij de kraan. Waar komt de eventuele aanvoerslang? Hoe leg je de *druppelslang langs de planten*? Houd rekening met looppaden en andere obstakels. Probeer de lengte van de druppelslang per streng te beperken volgens de aanbevelingen van de fabrikant (vaak maximaal 50-100 meter, afhankelijk van de waterdruk en slangdiameter).
  3. Markeer koppelingen: Geef op je tekening aan waar je T-stukken, L-stukken en eindstukken nodig hebt.
  4. Meet de lengtes: Meet de afstanden op in je tuin en noteer de benodigde lengtes voor de aanvoerslang en de druppelslang. Tel het aantal benodigde koppelingen en grondpennen.

Dit plan is je leidraad tijdens het *druppelslang aanleggen*.

Stap voor stap je druppelslang installeren

Met je plan en materialen bij de hand, ben je klaar voor de installatie. Werk rustig en nauwkeurig, dan is het zo gebeurd.

Stap 1: Aansluiten op de kraan

Begin bij de waterbron, je buitenkraan. Sluit de onderdelen in de juiste volgorde aan:

  1. Schroef het kraanstuk op de buitenkraan.
  2. Sluit de bewateringstimer aan (indien je die gebruikt).
  3. Bevestig de filter aan de timer of het kraanstuk. Let op de stroomrichting (vaak aangegeven met een pijl).
  4. Sluit de drukregelaar aan op de filter. Ook hier is de stroomrichting belangrijk.
  5. Koppel de aanvoerslang (of direct de druppelslang als deze bij de kraan begint) aan de drukregelaar met de juiste koppeling.

Stap 2: De hoofdleiding leggen (indien nodig)

Als je een aparte aanvoerslang gebruikt, rol deze dan uit volgens je plan naar het gebied dat bewaterd moet worden. Zet de slang eventueel vast met een paar grondpennen. Deze slang heeft geen gaatjes en transporteert alleen het water.

Aanbevolen leesvoer

Maak je reis door het onderwerp Zelf water geven: druppelslangen installeren compleet met deze links.

Stap 3: De druppelslang uitrollen en positioneren

Nu komt het leukste deel: het *druppelslang leggen*. Rol de druppelslang uit langs de planten die water nodig hebben. Leg de slang zo dicht mogelijk bij de basis van de planten (5-10 cm afstand is vaak ideaal). Zorg ervoor dat de druppelaars naar boven of opzij wijzen, niet naar beneden in de grond, om verstopping te voorkomen.

Tip: Leg de druppelslang een uurtje in de zon voordat je begint. Door de warmte wordt de slang soepeler en is hij makkelijker uit te rollen en te positioneren.

Gebruik grondpennen om de slang op zijn plaats te houden, ongeveer elke meter en zeker bij bochten. Dit voorkomt dat de slang verschuift of gaat kronkelen.

Stap 4: Koppelingen monteren

Waar je volgens je plan aftakkingen of bochten moet maken, knip je de slang(en) door met de slangensnijder of snoeischaar. Zorg voor een rechte snede.

  • Voor een aftakking: Plaats een T-stuk en verbind de drie slanguiteinden.
  • Voor een haakse bocht: Gebruik een L-stuk (knie).
  • Om een aanvoerslang met een druppelslang te verbinden: Gebruik de juiste overgangskoppeling.

Duw de slang stevig en recht in de koppeling tot je een klik voelt of tot hij niet verder kan. Trek even aan de slang om te controleren of hij goed vastzit. De meeste moderne koppelingen zijn zogenaamde ‘push-fit’ of compressiekoppelingen, waarvoor je geen gereedschap nodig hebt.

Stap 5: Het systeem afsluiten

Elk uiteinde van een druppelslang moet worden afgesloten. Anders stroomt het water er gewoon uit en bouwt er geen druk op voor de druppelaars. Plaats een eindstuk of eindplug op elk open einde. Sommige systemen gebruiken een ‘achtje’ (een klemmetje) waarbij je het uiteinde van de slang dubbelvouwt en vastzet.

Stap 6: Testen en bijstellen

Dit is een cruciale stap. Voordat je alles definitief vastzet of eventueel bedekt met mulch:

  1. Draai de kraan langzaam open. Begin met een klein beetje druk.
  2. Controleer alle koppelingen op lekkages. Draai ze indien nodig wat strakker aan of controleer of de slang er goed recht en diep genoeg in zit.
  3. Loop langs de hele druppelslang en kijk of alle druppelaars water afgeven. Het kan even duren voordat het hele systeem gevuld is en overal water uitkomt.
  4. Controleer of het water op de juiste plek bij de plantwortels terechtkomt. Verleg de slang indien nodig iets.
  5. Laat het systeem een tijdje draaien (bijvoorbeeld 15-30 minuten) en controleer de vochtigheid van de grond bij de planten.
  6. Als alles naar wens werkt, kun je de kraan volledig opendraaien (de drukregelaar doet zijn werk). Stel eventueel je bewateringstimer in.

Tips voor een optimaal druppelsysteem

Je *automatisch bewateringssysteem aanleggen* is gelukt! Met deze extra tips houd je het systeem in topconditie en genieten je planten optimaal:

  • Begin klein: Ben je nog niet zeker? Start dan met een kleiner gedeelte van je tuin, bijvoorbeeld één border of een paar moestuinbakken. Je kunt het systeem later altijd uitbreiden.
  • Houd rekening met de waterdruk: De drukregelaar is essentieel. Controleer de maximale aanbevolen lengte voor jouw type druppelslang bij de gegeven waterdruk. Te lange slangen zorgen voor ongelijke waterafgifte.
  • Regelmatig onderhoud: Controleer de filter regelmatig en maak deze schoon indien nodig (bijvoorbeeld maandelijks tijdens het groeiseizoen). Spoel de slangen aan het begin en einde van het seizoen door: verwijder de eindstukken en laat het water even flink doorstromen om eventueel vuil weg te spoelen. Controleer af en toe op verstopte druppelaars. *Onderhoud druppelsysteem* is eenvoudig maar belangrijk.
  • Pas de watergift aan: De benodigde hoeveelheid water hangt af van het weer, het seizoen en de plantensoort. Begin met een inschatting (bijvoorbeeld 2-3 keer per week 30-60 minuten) en controleer de bodemvochtigheid. Pas de duur en frequentie aan op basis van wat je planten nodig hebben. Het *watergift instellen druppelsysteem* is een kwestie van observeren en bijsturen.
  • Bedek de slang (optioneel): Je kunt de druppelslang bedekken met een laag mulch (zoals houtsnippers of cacaodoppen). Dit beschermt de slang tegen UV-licht, vermindert verdamping nog verder en maakt de slang onzichtbaar. Zorg wel dat de druppelaars niet verstopt raken.

Veelgestelde vragen over druppelslangen

Hoe lang mag een druppelslang zijn?

De maximale lengte hangt af van de diameter van de slang, de waterafgifte per druppelaar en de beschikbare waterdruk na de drukregelaar. Raadpleeg altijd de specificaties van de fabrikant. Vaak ligt de maximale lengte voor een enkele streng tussen de 50 en 100 meter. Bij langere afstanden neemt de druk af en geven de laatste druppelaars minder water. Je kunt dit oplossen door meerdere, kortere strengen te maken die elk apart worden gevoed vanuit een hoofdleiding.

Kan ik een druppelslang ingraven?

Sommige druppelslangen zijn specifiek ontworpen om ondergronds (subsurface) te gebruiken. Deze hebben vaak speciale druppelaars die minder snel verstoppen door gronddeeltjes of wortel-ingroei. Standaard druppelslangen kun je beter niet ingraven, omdat de druppelaars kunnen verstoppen. Bedekken met een laag mulch is meestal een betere optie voor bovengrondse slangen.

Hoe vaak moet ik water geven met een druppelslang?

Dit is sterk afhankelijk van factoren zoals het weer (temperatuur, neerslag, wind), de grondsoort (zandgrond droogt sneller uit dan kleigrond) en de specifieke waterbehoefte van je planten. Een algemene richtlijn is om 2 tot 3 keer per week water te geven, gedurende 30 tot 90 minuten per keer. Het beste advies is: controleer de bodemvochtigheid regelmatig (voel een paar centimeter diep) en pas de watergift hierop aan. Liever minder vaak en langer water geven dan elke dag een klein beetje, dit stimuleert diepere wortelgroei.

Wat is het verschil tussen een druppelslang en een zweetslang?

Een druppelslang heeft op vaste afstanden ingebouwde druppelaars die een specifieke, gecontroleerde hoeveelheid water per uur afgeven. Dit zorgt voor een heel gerichte bewatering. Een zweetslang is gemaakt van poreus materiaal en geeft over de gehele lengte langzaam water af, als een soort ‘zweten’. De waterafgifte is minder precies en vaak meer geschikt voor dichtbegroeide gebieden waar je een hele strook gelijkmatig vochtig wilt maken. Voor de meeste toepassingen biedt een druppelslang meer controle over de watergift.

Geef een reactie