Stel je voor: je keuken- en tuinafval verdwijnt niet langer in de kliko, maar verandert langzaam in iets waardevols. Iets wat je tuin voedt en de cirkel van de natuur in je eigen achtertuin sluit. Compost maken is een prachtige manier om afval te verminderen en tegelijkertijd een rijke bodemverbeteraar te creëren. Het is een proces dat geduld vraagt, maar de beloning is groot: gezond goud voor je planten. Duik mee in de wereld van het composteren en ontdek hoe eenvoudig en bevredigend het is om zelf aan de slag te gaan.
Waarom zelf compost maken een goed idee is
Je vraagt je misschien af waarom je de moeite zou nemen om zelf compost te maken. De voordelen zijn talrijk en raken zowel je portemonnee als het milieu en je tuinplezier. Door keuken- en tuinafval te composteren, verminder je de hoeveelheid afval die naar de verbrandingsoven of stortplaats gaat aanzienlijk. Dit verkleint je ecologische voetafdruk. Bovendien creëer je een gratis en superieure bodemverbeteraar. Compost verrijkt de bodem met organisch materiaal en essentiële voedingsstoffen, verbetert de structuur en het waterhoudend vermogen van de grond. Je planten zullen je dankbaar zijn met een sterkere groei en bloei. Het is ook een rustgevende bezigheid die je dichter bij de natuurlijke kringlopen brengt.
De basisprincipes van composteren
Composteren is eigenlijk een natuurlijk afbraakproces, versneld en gecontroleerd door jou. Miljarden micro-organismen, zoals bacteriën en schimmels, doen samen met wormen en andere kleine beestjes het zware werk. Zij breken organisch materiaal af tot een donker, kruimelig en aardachtig ruikend product: compost. Om deze kleine helpers optimaal hun werk te laten doen, hebben ze een paar dingen nodig:
- Voedsel: Een mix van ‘groen’ en ‘bruin’ materiaal.
- Zuurstof: De micro-organismen hebben lucht nodig om te ademen.
- Vocht: Niet te nat, niet te droog, maar precies goed.
De sleutel tot succesvol composteren ligt in de balans tussen deze elementen. Vooral de verhouding tussen groen (stikstofrijk) en bruin (koolstofrijk) materiaal is belangrijk. Een goede mix zorgt voor een efficiënt composteringsproces en voorkomt nare geurtjes.
Wat mag er op de composthoop?
Een succesvolle composthoop begint met de juiste ingrediënten. Het is essentieel om een goede balans te vinden tussen stikstofrijk ‘groen’ materiaal en koolstofrijk ‘bruin’ materiaal. Hieronder vind je een overzicht van wat je kunt gebruiken.
Groen materiaal (stikstofrijk)
Dit materiaal levert stikstof, een belangrijke bouwsteen voor de micro-organismen. Het is vaak vochtig en breekt snel af. Denk hierbij aan:
- Groente- en fruitresten (schillen, klokhuizen, stronken)
- Koffiedik en papieren filters
- Theebladeren en theezakjes (zonder nietje)
- Gemaaid gras (dunne lagen, anders gaat het rotten)
- Jong onkruid (voordat het zaad vormt)
- Uitgebloeide bloemen en plantenresten
- Mest van planteneters (zoals konijnen, cavia’s, kippen)
VIDEO: Hoe keukenafval te ontleden, compost te maken
Bruin materiaal (koolstofrijk)
Dit materiaal levert koolstof, de energiebron voor de micro-organismen. Het is vaak droog en zorgt voor structuur en luchtigheid in de hoop. Denk hierbij aan:
- Droge herfstbladeren
- Stro en hooi
- Houtsnippers en zaagsel (van onbehandeld hout, met mate)
- Kleine takjes en twijgjes (liefst versnipperd)
- Verwelkte plantendelen
- Eierschalen (verpulverd voor snellere afbraak)
- Notendoppen (verpulverd)
- Karton en papier (onbedrukt, zonder plakband, in kleine stukjes gescheurd)
Een goede vuistregel is om ongeveer evenveel volume groen als bruin materiaal te gebruiken, of iets meer bruin dan groen. Dit helpt om de hoop luchtig te houden en voorkomt dat deze te nat wordt.
Wat mag er *niet* op de composthoop?
Niet al het organisch afval is geschikt voor de composthoop in je tuin. Sommige materialen breken slecht af, trekken ongedierte aan, verspreiden ziektes of bevatten schadelijke stoffen. Vermijd daarom de volgende materialen:
- Gekookte etensresten (trekken ongedierte aan)
- Vlees, vis en botten (trekken ongedierte aan en kunnen stinken)
- Zuivelproducten (kaas, melk, yoghurt)
- Vetten en oliën
- Ziektedragende planten (verspreiden ziektes via de compost)
- Wortelonkruiden (zoals kweekgras, zevenblad, heermoes – overleven vaak het proces)
- Onkruid dat in zaad staat
- Houtskoolas (kan schadelijke stoffen bevatten)
- Katzenbakvulling en uitwerpselen van honden en katten (kunnen ziektekiemen bevatten)
- Geïmpregneerd of geverfd hout
- Glanzend papier of tijdschriften (bevatten vaak inkten en coatings die slecht afbreken)
- Chemisch behandeld tuinafval (pesticiden)
Twijfel je over een bepaald materiaal? Laat het dan liever weg om problemen te voorkomen.
Hoe begin je met composteren?
De eerste stap zetten is vaak het spannendst, maar composteren is verrassend toegankelijk. Volg deze stappen en je bent goed op weg.
Nuttige bronnen
Ontdek meer over Compost maken van keuken- en tuinafval door deze uitgekozen links.
Kies je methode
Er zijn verschillende manieren om te composteren, afhankelijk van de ruimte die je hebt en je voorkeur:
- Composthoop: De meest eenvoudige methode. Je stapelt het materiaal direct op de grond op een hoop. Ideaal als je veel tuinafval hebt en voldoende ruimte.
- Compostbak: Een bak houdt het materiaal netjes bij elkaar en oogt vaak wat strakker in de tuin. Er zijn houten en kunststof modellen, open of gesloten. Een open bak (bijvoorbeeld van pallets) is goedkoop en makkelijk zelf te maken. Een gesloten kunststof vat houdt warmte en vocht beter vast, wat het proces kan versnellen.
- Wormenbak (vermicompostering): Perfect voor als je weinig of geen tuin hebt, bijvoorbeeld op een balkon. Speciale compostwormen zetten hierin vooral keukenafval om in zeer rijke compost en percolaat (vloeibare meststof).
De juiste plek kiezen
De locatie van je composthoop of -bak is belangrijk voor een goed verloop:
- Kies een plek met direct contact met de aarde. Zo kunnen wormen en micro-organismen vanuit de bodem de hoop bereiken.
- Een plek in de halfschaduw is ideaal. Volle zon droogt de hoop te snel uit, diepe schaduw vertraagt het proces.
- Zorg voor beschutting tegen harde wind en extreme regenval.
- Plaats de hoop of bak op een plek die makkelijk bereikbaar is met een kruiwagen, zowel voor het toevoegen van materiaal als voor het oogsten van de compost.
De composthoop opbouwen
Begin met een luchtige basis. Leg onderop een laag grof materiaal, zoals takjes of houtsnippers. Dit zorgt voor een goede beluchting en drainage vanaf de onderkant.
Vervolgens bouw je de hoop op in lagen, alsof je een lasagne maakt. Wissel lagen groen materiaal (zoals keukenafval en gras) af met lagen bruin materiaal (zoals bladeren en karton). Probeer de lagen niet te dik te maken. Een dikke laag gras kan bijvoorbeeld gaan rotten.
Meng de materialen eventueel al een beetje voordat je ze toevoegt. Zorg ervoor dat het materiaal vochtig is, vergelijkbaar met een uitgeknepen spons. Besproei eventueel met water als het te droog is.
Een composthoop werkt het best als deze een minimale omvang heeft van ongeveer 1 kubieke meter (1m x 1m x 1m). Deze omvang helpt om voldoende warmte te genereren in de kern, wat nodig is voor een snelle afbraak.
Het composteringsproces onderhouden
Eenmaal opgezet, vraagt je composthoop om wat aandacht om het proces soepel te laten verlopen. Gelukkig is het geen dagtaak.
Beluchten (lucht toevoegen)
Zuurstof is cruciaal. Zonder voldoende lucht nemen anaerobe bacteriën (die zonder zuurstof leven) het over, wat leidt tot een trage afbraak en nare geurtjes. Beluchten doe je door de composthoop om te zetten.
Gebruik een riek of compostbeluchter om de buitenste lagen naar binnen te werken en de binnenste lagen naar buiten. Zo krijgen alle delen van de hoop voldoende zuurstof en meng je het materiaal opnieuw. Hoe vaak je omzet, hangt af van hoe snel je compost wilt. Eens per 4 tot 8 weken is een goede richtlijn voor een actieve hoop.
Vochtigheid controleren
De composthoop moet vochtig blijven, maar niet kletsnat. Knijp af en toe een handvol materiaal uit het midden van de hoop: er mogen slechts enkele druppels water uitkomen (zoals bij een uitgeknepen spons).
- Te droog? Besproei de hoop met water, bij voorkeur tijdens het omzetten zodat het vocht goed verdeeld raakt.
- Te nat? Voeg meer bruin materiaal toe (droge bladeren, stro, karton) en zet de hoop om. Zorg eventueel voor betere afwatering of bescherming tegen regen.
Geduld hebben
Composteren is een natuurlijk proces dat tijd nodig heeft. Afhankelijk van de gebruikte materialen, de grootte van de hoop, het weer en hoe goed je de hoop onderhoudt (omzetten, vochtig houden), duurt het 3 tot 12 maanden voordat je rijpe compost hebt. Een goed beheerde, warme hoop gaat sneller dan een koude, statische hoop.
Wanneer is je compost klaar?
Je weet dat de compost klaar is voor gebruik als het aan de volgende kenmerken voldoet:
- Het is donkerbruin tot zwart van kleur.
- Het heeft een kruimelige structuur.
- Het ruikt fris en aardachtig, zoals bosgrond.
- De oorspronkelijke materialen zijn grotendeels niet meer herkenbaar (op enkele hardere stukjes na, zoals takjes of notendoppen).
- De temperatuur in de hoop is gedaald tot ongeveer omgevingstemperatuur.
Onrijpe compost bevat nog te veel onafgebroken materiaal en kan zelfs schadelijk zijn voor jonge plantjes. Gebruik dus alleen rijpe compost.
Compost gebruiken in je tuin
Rijpe compost is een fantastisch product voor je tuin. Het is geen kunstmest, maar een bodemverbeteraar die het bodemleven stimuleert en de structuur van de grond verbetert. Hierdoor kunnen plantenwortels beter groeien, wordt water beter vastgehouden en komen voedingsstoffen geleidelijk vrij.
Je kunt compost op verschillende manieren gebruiken:
- Door de grond mengen: Werk een laag compost door de bovenste 10-15 cm van de grond in je moestuin of borders voordat je gaat planten of zaaien.
- Als mulchlaag: Spreid een laag van enkele centimeters compost uit rondom planten. Dit onderdrukt onkruid, houdt vocht vast en voedt de bodem langzaam.
- Potgrond verbeteren: Meng compost door je potgrond (bijvoorbeeld 1 deel compost op 2-3 delen potgrond) om deze voedzamer te maken.
- Bij het planten: Meng wat compost door de aarde in het plantgat bij het planten van bomen, struiken of vaste planten.
Begin vandaag nog met het verzamelen van je keuken- en tuinafval. Het is een kleine stap met een grote impact, voor je tuin en voor de planeet. Veel composteerplezier!
Veelgestelde vragen over composteren
Stinkt composteren niet?
Een goed beheerde composthoop stinkt niet; hij ruikt hooguit een beetje naar aarde of bosgrond. Stank ontstaat meestal door een gebrek aan zuurstof (hoop te nat of te compact) of door het toevoegen van verkeerde materialen zoals vlees of zuivel. Zorg voor een goede balans tussen groen en bruin materiaal en zet de hoop regelmatig om.
Trekt composteren ongedierte aan?
Als je geen gekookte etensresten, vlees, vis of zuivel toevoegt, valt de aantrekkingskracht op ongedierte zoals ratten en muizen erg mee. Door keukenafval direct in het midden van de hoop te begraven onder een laag tuinafval, verminder je de kans nog verder. Een gesloten compostvat biedt extra bescherming.
Hoe snel gaat composteren?
De snelheid hangt af van veel factoren: de gebruikte materialen (klein gesneden materiaal composteert sneller), de verhouding groen/bruin, vochtigheid, beluchting (omzetten) en temperatuur. Het kan variëren van 3 maanden (bij ‘hete’ compostering met veel zorg) tot een jaar of langer (bij ‘koude’, passieve compostering).
Kan ik compost maken op een balkon?
Jazeker! Voor balkons of kleine ruimtes is een wormenbak (vermicompostering) ideaal. Speciale compostwormen zetten hierin snel je groente- en fruitafval om in rijke wormencompost. Er bestaan ook compacte, gesloten compostvaten die geschikt zijn voor kleinere hoeveelheden afval.
Wat doe ik als mijn composthoop te nat is?
Een te natte hoop herken je aan een rottende geur en compactheid. Voeg meer bruin, droog materiaal toe zoals droge bladeren, stro, houtsnippers of gescheurd karton. Zet de hoop goed om, zodat het droge materiaal zich mengt met het natte en er weer lucht in de hoop komt.
Wat doe ik als mijn composthoop te droog is?
Een te droge hoop composteert heel langzaam. Je kunt dit oplossen door water toe te voegen, bijvoorbeeld met een gieter. Doe dit bij voorkeur tijdens het omzetten van de hoop, zodat het vocht goed verdeeld wordt. Voeg ook vers, vochtig groen materiaal toe als je dat hebt.