Bollen planten: planning voor elk seizoen

Timo van Loon

Bollen planten: planning voor elk seizoen

Je leest dit artikel in 8 minuten

Stel je voor: na een lange, grijze winter prikken de eerste groene puntjes door de aarde. Een belofte van kleur en leven. Of denk aan die zomerse border vol uitbundige dahlia’s en lelies. Dat gevoel van verwondering en voldoening begint allemaal met een plan en een paar ogenschijnlijk eenvoudige bollen. Bloembollen planten is meer dan een tuinklusje; het is vooruitkijken, dromen en investeren in toekomstige vreugde. Met een beetje planning tover je jouw tuin of balkon om tot een plek waar elk seizoen iets bijzonders bloeit.

Waarom plannen zo belangrijk is voor bloembollen

Een tuin die constant in beweging is, met steeds nieuwe kleuren en vormen, dat is de droom van veel tuinliefhebbers. Bloembollen spelen hierin een hoofdrol. Door slim te plannen wanneer je welke bollen plant, zorg je voor een ononderbroken bloemenspektakel. Planning helpt je:

  • Continuïteit van kleur: Door voorjaars-, zomer- en herfstbloeiers te combineren, geniet je maandenlang van bloemen.
  • Optimale groeiomstandigheden: Elke bol heeft zijn eigen voorkeur voor planttijd, diepte en standplaats. Planning zorgt dat je hier rekening mee houdt.
  • Verrassende combinaties: Je kunt spelen met hoogtes, kleuren en bloeitijden voor prachtige effecten. Denk aan tulpen die boven vergeet-mij-nietjes uitsteken, of sieruien (Allium) tussen vaste planten.
  • Efficiënt gebruik van ruimte: Zeker in kleinere tuinen of potten is het slim om gelaagd te planten (lasagnebeplanting) of bollen te kiezen die elkaar opvolgen.

Zonder plan loop je het risico dat alles tegelijk bloeit en je daarna maandenlang een kale plek hebt, of dat bollen niet goed aanslaan omdat ze op het verkeerde moment of de verkeerde plek geplant zijn. Neem dus even de tijd om na te denken wat je wilt bereiken.

Bollen planten: planning voor elk seizoenDe basis: wat zijn bloembollen en hoe plant je ze?

Voordat we de seizoenen induiken, eerst even de basis. Wat verstaan we onder bloembollen? Dit zijn eigenlijk ondergrondse opslagorganen vol energie, klaar om op het juiste moment uit te lopen en te bloeien. Er zijn verschillende soorten:

  • Echte bollen: Denk aan tulpen, narcissen, hyacinten, uien. Ze bestaan uit rokken (vlezige bladeren) rondom een kern.
  • Knollen: Bijvoorbeeld krokussen, gladiolen, anemonen. Dit zijn verdikte stengels of wortels zonder duidelijke rokken.
  • Wortelstokken: Zoals irissen en lelietjes-van-dalen. Dit zijn horizontaal groeiende ondergrondse stengels.
  • Wortelknollen: Dahlia’s zijn hier een goed voorbeeld van. Verdikte wortels vol reservevoedsel.

Hoewel ze technisch verschillen, noemen we ze in de tuin vaak allemaal ‘bollen’. De plantprincipes zijn over het algemeen vergelijkbaar:

  • Plantdiepte: Een goede vuistregel is om de bol ongeveer 2 tot 3 keer zo diep te planten als de bol hoog is. Een tulp van 5 cm hoog plant je dus 10-15 cm diep.
  • Plantafstand: Dit hangt af van het gewenste effect. Voor een vol effect plant je ze dichter bij elkaar (ongeveer een bolbreedte ertussen), voor een natuurlijk effect wat verder uit elkaar. Kijk ook op de verpakking voor specifieke aanbevelingen.
  • Plek: De meeste bollen houden van zon of lichte schaduw en goed doorlatende grond. Natte voeten vinden ze meestal niet fijn, want dan rotten ze weg.
  • Punt omhoog: Plant de bol met de puntige kant naar boven. Weet je het niet zeker? Leg de bol dan op zijn zij; de natuur vindt meestal zelf de weg omhoog.
  • Water geven: Geef na het planten water, zodat de wortels zich kunnen ontwikkelen.

Herfst: de tijd om te planten voor lentepracht

De herfst (grofweg september tot december, vóór de eerste serieuze vorst) is hét plantseizoen voor de voorjaarsbloeiers. Deze bollen hebben de koude periode nodig om in het voorjaar te kunnen bloeien. Denk aan de klassiekers die de lente aankondigen:

Populaire voorjaarsbollen

  • Tulpen (Tulipa): Verkrijgbaar in ontelbaar veel vormen en kleuren. Vroege, midden en late soorten zorgen voor een lange bloeiperiode. *Tulpenbollen planten wanneer* is een veelgestelde vraag: idealiter plant je ze wat later in de herfst (oktober/november) om ziektes te voorkomen.
  • Narcissen (Narcissus): Vrolijke gele, witte of tweekleurige bloemen. Ze zijn sterk, komen vaak jaar na jaar terug en worden meestal met rust gelaten door woelmuizen en herten. *Narcissen planten hoe*? Plant ze op de aanbevolen diepte (vaak wat dieper dan tulpen) in groepjes voor een natuurlijk effect.
  • Hyacinten (Hyacinthus): Bekend om hun sterke, zoete geur en dichte bloemtrossen in diverse kleuren. Prachtig in potten of vooraan in de border.
  • Krokussen (Crocus): Een van de eerste tekenen van de lente. Botanische (kleinbloemige) krokussen verwilderen mooi in het gazon of onder bladverliezende heesters. Grootbloemige krokussen geven meer kleur in borders en potten.
  • Blauwe druifjes (Muscari): Makkelijke en dankbare bolletjes die zich vaak uitzaaien. Perfect als onderbeplanting of in potten.
  • Sneeuwklokjes (Galanthus): De allereerste dappere bloeiers, vaak al in januari of februari. Plant ze het liefst ‘in the green’ (net na de bloei met blad eraan) of zo vroeg mogelijk in de herfst.
  • Sieruien (Allium): Met hun bolvormige bloemschermen op hoge stelen zijn ze een architectonisch element in de late lente en vroege zomer. Prachtig tussen vaste planten.

Tips voor het planten van voorjaarsbollen

  • Lasagnebeplanting: Plant bollen in lagen in een pot of border voor een lange en volle bloei. Plant de laatst bloeiende (vaak grootste) bollen onderaan, dek af met een laagje aarde. Plant daarboven bollen die iets eerder bloeien, weer aarde, en eindig met de vroegst bloeiende (vaak kleinste) bollen. *Lasagne beplanting maken* is een leuke techniek voor potten op het terras of balkon.
  • Groeperen: Plant bollen in groepjes van minimaal 5-7 stuks voor een groter visueel effect dan losse, verspreide bollen.
  • Natuurlijk effect: Strooi bollen losjes uit over het te beplanten oppervlak en plant ze waar ze neerkomen. Dit werkt goed voor verwilderingsbollen in gras of onder bomen.
  • Combineren: Denk aan combinaties met vaste planten die later opkomen en het afstervende bollenloof kunnen bedekken. Of combineer met tweejarigen zoals vergeet-mij-nietjes of violen.

Lente: planten voor zomerse kleurenpracht

Als de voorjaarsbollen hun beste tijd hebben gehad, is het tijd om te denken aan de zomerbloeiers. Deze bollen plant je in het voorjaar, na de laatste nachtvorst (meestal vanaf eind april tot eind mei). Ze houden van warmte en geven kleur aan de tuin tijdens de zomermaanden.

VIDEO: Heerlijk geurende planten voor elk seizoen

Geliefde zomerbollen

  • Dahlia’s: Extreem divers in vorm, kleur en grootte. Van kleine pomponnetjes tot enorme ‘dinnerplates’. Ze bloeien onvermoeibaar van midzomer tot de eerste vorst, mits je de uitgebloeide bloemen verwijdert. *Dahlia knollen planten* doe je op een zonnige plek in voedzame grond. Je kunt ze eventueel binnen voortrekken in potten vanaf maart/april voor een vroegere bloei.
  • Gladiolen (Gladiolus): Bekend om hun statige aren vol bloemen. Prachtig als snijbloem. *Gladiolen planten wanneer*? Ook na de vorst. Plant ze wat dieper zodat ze steviger staan, of geef ze steun.
  • Lelies (Lilium): Elegante en vaak geurende bloemen. Er zijn veel soorten, van de Aziatische en Oosterse hybriden tot de bijzondere trompetlelies. Let op het leliehaantje, een rood kevertje dat de planten kan aanvreten. *Lelies planten* kan zowel in de herfst als in het voorjaar.
  • Begonia’s (knolbegonia’s): Ideaal voor potten en hanging baskets, ook op plekken met wat meer schaduw. Ze bloeien de hele zomer door met opvallende, vaak dubbele bloemen.
  • Anemonen (Anemone coronaria ‘De Caen’ en ‘St. Brigid’): Met hun papaverachtige bloemen in felle kleuren zijn ze een vrolijke noot in de border of pluktuin. Week de harde knolletjes een nachtje in water voor het planten.
  • Canna’s (Indisch bloemriet): Exotisch ogende planten met grote bladeren en felle bloemen. Hebben veel zon, warmte en voeding nodig.

Tips voor het planten van zomerbollen

  • Wacht op warmte: Plant zomerbollen echt pas als de kans op nachtvorst geweken is. Ze zijn gevoelig voor kou.
  • Zonnige plek: De meeste zomerbloeiers zijn echte zonnekinderen.
  • Voeding en water: Zomerbloeiers presteren vaak beter met wat extra voeding tijdens de groei en regelmatige watergift, vooral bij droogte.
  • Overwinteren: Veel zomerbollen (zoals dahlia’s, begonia’s, gladiolen, canna’s) zijn niet winterhard in Nederland. Je moet ze in de herfst, na de eerste nachtvorst, uit de grond halen en vorstvrij bewaren.

Zomer en vroege herfst: planten voor herfstkleur

Denk je dat het bollenseizoen na de zomer voorbij is? Zeker niet! Er zijn ook bollen die juist in de herfst bloeien. Deze plant je meestal in de late zomer of vroege herfst (juli-september). Ze zorgen voor een verrassende kleurtoets als veel andere planten al beginnen af te takelen.

Must-reads

Verken deze relevante bronnen om je kennis over Bollen planten: planning voor elk seizoen uit te breiden.

Bijzondere herfstbloeiers

  • Herfsttijloos (Colchicum): Lijkt op een grote krokus en verschijnt vaak zonder blad (dat komt pas in het voorjaar). *Colchicum planten* doe je in de late zomer op een zonnige tot licht beschaduwde plek. Let op: alle delen zijn giftig.
  • Herfstkrokus (Crocus speciosus, C. sativus – de saffraankrokus): Echte krokussen die in de herfst bloeien. Ze zijn wat kleiner dan de Colchicum.
  • Sternbergia lutea: Lijkt op een gele krokus en bloeit in de vroege herfst. Houdt van zon en zeer goed doorlatende grond.
  • Cyclamen hederifolium: Bloeit in de herfst met elegante roze of witte bloemetjes, gevolgd door prachtig gemarmerd blad dat de hele winter aanblijft. Perfect voor onder bladverliezende bomen en heesters.

Tips voor het planten van herfstbollen

  • Plant op tijd: Omdat ze relatief snel na het planten bloeien, is het belangrijk ze in de late zomer of vroege herfst te planten.
  • Goede drainage: Veel herfstbloeiers, vooral Sternbergia, hebben een hekel aan natte grond.

Buiten de seizoenen: verwilderingsbollen en bollen in potten

Naast de seizoensgebonden planning, zijn er nog twee populaire manieren om van bollen te genieten:

Verwilderingsbollen

Dit zijn bollen die je eenmaal plant en die zich vervolgens zelfstandig vermeerderen via zaad of broedbollen. Ze komen jaar na jaar terug en vormen steeds grotere groepen. Ideaal voor een natuurlijke uitstraling in gras, onder bomen of in een ‘wilde’ border. *Verwilderingsbollen welke* kies je? Denk aan:

  • Sneeuwklokjes (Galanthus)
  • Botanische krokussen (Crocus tommasinianus, C. chrysanthus)
  • Blauwe druifjes (Muscari)
  • Bostulp (Tulipa sylvestris)
  • Sterhyacint (Scilla siberica)
  • Kievitsbloem (Fritillaria meleagris)
  • Daslook (Allium ursinum)

Plant ze in de herfst en laat het loof na de bloei met rust tot het volledig is afgestorven. Als je ze in het gazon plant, maai er dan omheen tot het loof geel is.

Bloembollen in potten

Geen tuin? Geen probleem! Bijna alle bollen doen het uitstekend in potten en bakken op een balkon of terras. *Bloembollen in pot planten* biedt veel flexibiliteit.

  • Goede drainage is cruciaal: Zorg voor gaten in de bodem van de pot en gebruik eventueel een laag hydrokorrels onderin.
  • Gebruik verse potgrond: Dit bevat de nodige voedingsstoffen.
  • Lasagnebeplanting: Perfect voor potten om de bloei te spreiden.
  • Water geven: Potten drogen sneller uit dan de volle grond, dus controleer regelmatig of de grond vochtig is.
  • Bescherming in de winter: Potten met voorjaarsbollen kunnen bij strenge vorst bevriezen. Zet ze tijdelijk op een beschutte plek of pak de potten in met noppenfolie. Zomerbollen in pot die niet winterhard zijn, haal je voor de vorst naar binnen.

Na de bloei: wat nu?

Genoten van de bloemen? Dan is het tijd voor de nazorg, die essentieel is voor de bloei volgend jaar (bij meerjarige bollen).

  • Verwijder uitgebloeide bloemen: Knip de bloemstengel weg, tenzij je wilt dat de bol zich uitzaait (bij verwilderingsbollen). Zo voorkom je dat de plant energie steekt in zaadvorming.
  • Laat het loof afsterven: Dit is het allerbelangrijkste! Het blad vangt zonlicht op en maakt voedsel aan dat wordt opgeslagen in de bol voor volgend jaar. Verwijder het loof pas als het helemaal geel en verdord is.
  • Voeding (optioneel): Meerjarige bollen waarderen een beetje organische mest (zoals compost of beendermeel) na de bloei.
  • Niet-winterharde bollen rooien: Haal zomerbollen zoals dahlia’s en begonia’s uit de grond na de eerste nachtvorst. Laat ze drogen, verwijder de aarde en bewaar ze op een koele, droge, donkere en vorstvrije plek (bv. in een kistje met turfmolm of kranten).

Door de cyclus van planten, bloeien en verzorgen te begrijpen en te plannen, leg je de basis voor een tuin die je elk seizoen weer verrast en verblijdt. Het vraagt een beetje aandacht, maar de beloning is groots: een levend schilderij dat met de seizoenen mee verandert.

Veelgestelde vragen over bollen planten

Wat is de beste tijd om bloembollen te planten?

Dit hangt af van de soort. Voorjaarsbloeiers (tulpen, narcissen) plant je in de herfst (september-december). Zomerbloeiers (dahlia’s, gladiolen) plant je in het voorjaar (april-mei, na de vorst). Herfstbloeiers (Colchicum) plant je in de late zomer/vroege herfst (juli-september).

Hoe diep moet ik bloembollen planten?

Een algemene regel is 2 tot 3 keer de hoogte van de bol zelf. Een bol van 4 cm hoog plant je dus 8 tot 12 cm diep. Kijk voor de zekerheid altijd op de verpakking.

Kunnen bloembollen in potten geplant worden?

Ja, uitstekend zelfs! Zorg voor potten met drainagegaten en gebruik verse potgrond. Lasagnebeplanting (lagen) is een leuke techniek voor potten. Houd er rekening mee dat potten sneller uitdrogen en in de winter bescherming tegen strenge vorst nodig hebben.

Wat zijn verwilderingsbollen?

Dit zijn bollen die zichzelf vermeerderen en jaar na jaar terugkomen, zoals sneeuwklokjes, krokussen en blauwe druifjes. Ze zijn ideaal voor een natuurlijke uitstraling in gazons of onder bomen.

Moet ik bollen uit de grond halen na de bloei?

Winterharde voorjaarsbollen (zoals narcissen, krokussen, sneeuwklokjes) kun je gewoon in de grond laten zitten. Tulpen en hyacinten kun je laten zitten, maar de bloei kan na een paar jaar minder worden; voor de beste bloei kun je ze rooien na het afsterven van het loof en droog bewaren tot de herfst. Niet-winterharde zomerbollen (dahlia’s, begonia’s, gladiolen) moet je voor de vorst uit de grond halen en vorstvrij bewaren.

Wat doe ik met het lelijke blad na de bloei?

Laat het blad volledig geel en dor worden voordat je het verwijdert. Het blad is nodig om voedsel op te slaan in de bol voor de bloei van volgend jaar. Je kunt het blad eventueel wat samenvouwen of omringen met later uitlopende vaste planten om het aan het zicht te onttrekken.

Geef een reactie